Liefde, tijd, dood – deel 1

Laatst keek ik de film Collateral Beauty, waarin Will Smith de succesvolle marketing manager Howard speelt. Deze gaat er van uit dat mensen gedreven worden door drie concepten: liefde, tijd en dood. Liefde is iets waar je naar verlangt, tijd iets waar je altijd te weinig van hebt en dood iets waar je bang voor bent, aldus Howard.

Als zijn dochtertje overlijdt, zakt hij weg in een diepe depressie. In zijn wanhoop begint hij brieven te schrijven, niet aan mensen, maar aan zijn drie concepten. Tot zijn verrassing krijgt hij antwoord, niet in de vorm van brieven, maar doordat liefde, tijd en dood als personen verschijnen. Hoe dit verder gaat laat ik even in het midden, voor degenen die de film nog willen zien.

Hoe zit dat met concepten?

Mensen worden inderdaad gedreven door concepten. Niet alleen door liefde, tijd en dood, maar ook door dingen als veiligheid, verantwoordelijkheid, vrijheid, verbondenheid, schoonheid, creativiteit, integriteit, groei, succes, macht en spiritualiteit. Concepten zijn vage begrippen waar iedereen zijn eigen belang aan hecht en invulling aan geeft. Ze bestaan niet in de buitenwereld, maar ze ontstaan in ons hoofd. Om er grip op te krijgen koppelen we ze vaak aan concrete objecten: dingen die wel bestaan in de buitenwereld.

Enkele voorbeelden van zo’n koppeling zijn:

  • hart – liefde
  • kroon – macht
  • zandloper – tijd
  • sleutel – oplossing

De koppeling aan concreet object geeft een gevoel van duidelijkheid en controle. Bedrijven maken hier dankbaar gebruik van. In hun slogans of merknamen verbinden ze prachtige concepten aan hun producten. Bijvoorbeeld:

  • Coca Cola (share a coke): verbondenheid
  • Dove (real beauty) – authenticiteit, schoonheid.
  • Cacharel (amor)  – liefde 

Als consument krijg je de illusie dat het bezitten of gebruiken van het product vanzelf het bijbehorende concept oplevert. Tot op zekere hoogte klopt dat ook, maar alleen omdat je dat zelf ‘waarmaakt’: als je gelooft dat Dove je mooier maakt, straal je dat ook uit!

In de Ericksoniaanse hypnotherapie worden concepten soms ook gekoppeld aan objecten. Niet door de cliënt een product aan te praten, maar door helpende vergelijkingen te maken. Enkele voorbeelden:

  • Zware last –  rugzak (die kun je afdoen)
  • Depressie – donkere wolk (die kan wegdrijven)
  • Goed idee – zaadje (dat kan ontkiemen en uitgroeien)

Zoals je ziet maakt het object het concept niet alleen concreet, maar geeft het ook een handvat voor verandering.

Zulke vergelijkingen kunnen worden gebruikt in een indirecte hypnotische suggesties. Bijvoorbeeld voor een cliënt die kampt met depressieve gevoelens:

  • Dit klinkt als een donkere wolk die boven je hangt. Je kunt daar naar kijken en ervaren wat er min of meer vanzelf gebeurt. Zal die wolk langzaam oplichten, in beweging komen of uit elkaar vallen?

Bij de cliënt die zelf een goed idee heeft voor een oplossing:

  • Zo’n idee is net als een zaadje. Nu je het hebt uitgesproken, kan het zich nestelen in je onbewuste en daar rustig ontkiemen. Ik ben benieuwd hoe dat zaadje zal uitgroeien tot een bloeiende plant en welke ideeën, gevoelens en oplossingen er dan in je op zullen komen.