Moderne psychotherapie en coaching is gebaseerd op vertrouwen en samenwerking. De therapeut of coach stelt vragen, geeft suggesties en past interventies toe, maar uiteindelijk is het de cliënt zelf die verandert.
Als de cliënt niet meewerkt verandert er niets, nietwaar?
Hmm, ja en nee.
In de Ericksoniaanse hypnotherapie worden weerstand, scepsis en controle van de kant van de cliënt niet beschouwd als onwil of onvermogen, maar als een waardevolle manier van communiceren. De cliënt probeert onbewust iets duidelijk te maken of een reactie op te roepen, net zoals een kind dat soms doet met huilen of met een woedeaanval. Weerstand wordt daarom verwelkomt, volledig geaccepteerd en zelfs aangemoedigd. De cliënt komt hierdoor in een verwarrende, paradoxale toestand, net zoals iemand die je fysiek wil aanvallen en door jou wordt omarmd.
Stel een nieuwe cliënt heeft al enkele mislukte therapieën achter de rug en betwijfelt of jouw therapie wel zal helpen. Dan kun je natuurlijk vragen waar de twijfel vandaan komt en wat er nodig is om die weg te nemen. Dit is communicatie op bewust niveau, die relatief veel tijd kost en ook niet altijd helpt. Het pad via het onbewuste is vaak sneller en effectiever. Dit kan beginnen met een vraag als:
Ben je bereid om je twijfel nog even in stand te houden?
Deze vreemde vraag doet drie dingen:
- Hij verwart de bewuste geest omdat de cliënt hem niet verwacht.
- Hij impliceert dat twijfel iets positiefs is.
- De woorden nog even impliceren dat de twijfel later zal verdwijnen.
De bewuste ratio verliest wat controle en de onbewuste geest pikt de implicaties op. Het resultaat is een lichte trance, afname van de twijfel en meer openheid voor nieuwe ideeën en impulsen.
Werkt dit altijd?
Het verwelkomen, accepteren en aanmoedigen van weerstand werkt vrijwel altijd. Sommige cliënten zijn echter heel bang om controle los te laten en zijn erin getraind om die in stand te houden. Een enkele vraag als “Ben je bereid om…” is dan vaak niet genoeg ener is meer nodig.
Hoe gaat het dan verder?
Het antwoord hierop ligt in de Ericksoniaanse principes van indirecte suggestie en utilisatie. Wat dit is en hoe je dat toepast lees je in mijn boek “De schatkamer van het onbewuste”