Waar ligt de sleutel? Liefdevolle steun of humoristische provocatie?

“Je bent een hopeloos geval!”

of

“Je bent goed zoals je bent!”  

Welke boodschap geef je aan een cliënt met weinig eigenwaarde?

De meeste therapeuten en coaches zullen op een of andere manier de tweede boodschap afgeven. Ze hebben een empathische benadering: ze werken met positieve suggesties en interventies. De cliënt voelt zich veilig, begrepen, gesteund en kan zich kwetsbaar opstellen. Op die basis kan zijn of haar zelfvertrouwen en eigenwaarde groeien. Het risico hierbij is dat de cliënt onvoldoende geprikkeld wordt om te veranderen en zo blijft hangen in het probleem.

Provocatieve therapeuten en coaches zullen de tweede boodschap afgeven. Ze hebben een paradoxale benadering en bieden juist negatieve of absurde suggesties en interventies aan. Dit daagt de cliënt uit om om zichzelf lachen of voor zichzelf op te komen. Ook hierdoor groeit zijn/haar zelfvertrouwen en eigenwaarde. Het risico hierbij is de cliënt zich onveilig voelt, niet voor zichzelf durft op te komen en vroegtijdig afhaakt.

De empathische en provocatieve benadering lijken haaks op elkaar te staan, maar dat hoeft niet zo te zijn. Integendeel, ze kunnen elkaar heel goed aanvullen. Zelf gebruik ik beide richtingen al jaren door elkaar heen, waarbij ik regelmatig switch tussen empathische ondersteuning en humoristische provocatie, beide met een liefdevolle ondertoon. Niet alleen bij mensen met weinig eigenwaarde, maar bij alle soorten problemen.

Een voorbeeld uit mijn praktijk:

Jeroen (niet zijn echte naam) is wetenschapper, vader van 3 kinderen en heeft een goede baan in het bedrijfsleven. Hij heeft veel zelfvertrouwen, maar kampt met een tekort aan eigenwaarde. Dit betekent dat hij zijn successen weg relativeert en vaak piekert over mogelijke mislukkingen. Diep van binnen is hij bang dat hij op een dag door de mand zal vallen en als mislukkeling wordt ontmaskerd. Hij komt voor therapie, maar gelooft eigenlijk dat zijn probleem niet oplosbaar is.

Zijn gebrek aan eigenwaarde blijkt een resultaat van de voortdurende kritiek van zijn stiefvader in zijn kindertijd. Ik help Jeroen om zijn deze herinneringen te verwerken en de conclusie “ik ben een mislukkeling” los te laten. Hij zegt blij, opgelucht en dankbaar te zijn. Probleem opgelost, zou je denken… Maar iets in zijn lichaamstaal drukt twijfel uit.  Ik kijk hem lachend en uitdagend aan en zeg: “Maar ja, wij weten dat jouw probleem niet oplosbaar is!” Na een kort moment van verwarring gaat hij rechtop zitten, lacht breeduit en zegt. “Ik heb nu juist het gevoel van wel!” Ik sputter (zogenaamd) wat tegen, wat zijn positieve gevoel alleen maar sterker maakt. Nu zijn we klaar en kan Jeroen met een beter zelfbeeld de toekomst in.

Al met al een aardig voorbeeld van steunende therapie met een provocatieve afronding. Andere keren is de volgorde andersom of wisselen ondersteuning en provocatie elkaar af.