Verschrikkelijk en onverdraaglijk

Na een weekje vakantie in Duitsland zat ik in de trein van Keulen naar Duisburg. Halverwege bleef de trein een half uur staan wachten. Een vrouw tegenover mij begon uitgebreid te klagen over de Duitse Bundesbahn. In haar ogen was het allemaal verschrikkelijk en onverdraaglijk. “Bovendien krijgen we geen enkele informatie”, zei ze. Wat overigens niet klopte.

Oké, ik vond het ook vervelend, maar de termen verschrikkelijk en onverdraaglijk vond ik wat overdreven. Ik weet ook niet of dit iets zei over de Duitse spoorwegen of meer over haar zelf. 

Wat ik wel weet is dat sommige mensen graag geladen en extreme woorden gebruiken om hun ervaring te beschrijven. Ze gebruiken termen als nachtmerrie, desastreus, heks of juist paradijs, fenomenaal, held. Ook strooien ze graag met superlatieven als mooiste, grootste, gekste. Natuurlijk pakken ze er ook generalisaties bij, zoals altijd, iedereen, alles of juist nooit, niemand, niets of, zoals de vrouw in de trein: geen enkele.  

Ericksoniaans hypnotherapeut en auteur Jeffrey Zeig, heeft het in dit verband over ‘enhancers’: mensen die situaties of gebeurtenissen versterkt (enhanced) beleven en uiten. Daartegenover staan de zogenaamde ‘reducers’: mensen die hun ervaringen juist afzwakken. Zij gebruiken uitdrukkingen als een beetje vervelend, niet zo fijn, wel aardig of niet slecht.

Enhancers zijn meestal direct, spontaan en emotioneel, terwijl reducers eerder rustig, pragmatisch en beheerst zijn.  In het dagelijks leven zie je vaak hoe een reducer een enhancer tot kalmte en redelijkheid maant: “is dat niet wat overdreven?”. Of een enhancer die een reducer aanmoedigt tot levendigheid en emotie: “dat mag wel wat enthousiaster hoor!).  

Als een enhancer en een reducer ongeveer evenveel genoten hebben van een etentje, zal de enhancer zeggen: “Het eten was overheerlijk en de ambiance was fantastisch.”. Terwijl de reducer zegt: “Het was best lekker en de sfeer was ook niet slecht.”  

In mijn praktijk kom ik dit fenomeen vaak tegen. De ene cliënt beschrijft zijn probleem met woorden als: “Ik voel me zwaar depressief, alles gaat mis en het roer moet echt helemaal om”. Terwijl de ander zegt: “Het is weleens beter gegaan, ik voel me soms niet zo optimaal en ik hoop op een lichtpuntje.”  

De kunst is om deze manier van ervaren en communiceren te herkennen en er effectief mee om te gaan.